Gatsonides is nu vooral bekend door zijn snelheids en roodlicht meters. Zelf is hij ook een paar keer beboet door zijn eigen meters, maar daar maalde hij niet om. Hij begon die dingen te maken omdat hij zag dat de politie vaak subjectieve beslissingen nam als ze mensen bekeurden en hij wilde dat voortaan voorkomen. Ze heten Gatso meters en zijn zoon Tom heeft na zijn dood het bedrijf voortgezet.
Geboren in voormalig Nederlands Indie Java werd hij als Maurits geboren op 14-2-1911. Zijn ouders gingen op verlof naar Nederland en hij is daar gebleven toen hij 12 jaar was. Na de HBS ging hij bij de KLM werken in de techniek. In 1935 begon hij een eigen autobedrijfje in Heemstede, maar dat was geen succes. Zijn ouders overleden al jong en hij leefde van de erfenis en was al snel in de ban van auto rally's. In 1931 reed hij zijn eerste wedstrijd met een...stoomfiets. Er was nog niet heel veel op autogebied, maar daar kreeg hij wel de smaak te pakken.
Zijn eerste serieuze rally was Monte Carlo in 1936 in een Hilman Minx. Dat was een loodzware race voor alle deelnemers. Kennelijk waren in die jaren de weersomstandigheden een stuk heftiger door sneeuw en kou dan nu. In Monaco werden ze door een taxi geramd en was het einde verhaal voor de Hilman in de rally. Ze zijn evenwel toch met dat ding terug naar Nederland gereden.
In Nederland werden illegale rally's gereden, de Kraantje lek races. Races door het donker over smalle paden met veel drank in het spel tot de oorlog begon. Hij was sluw en met zijn oude Hillman zag hij 3 mogelijkheden voor controle posten op de kaart en reed daar direct op af en werd zo 1e ondanks dat zijn tegenstanders veel snellere wagens hadden. Dezelfde sluwheid die hij ook toepaste bij een slalom wedstrijd waar hij als laatste wilde starten toen hij doorhad dat de strafpunten bij het raken van de paaltjes minder was dan dat hij rechtdoor reed en de paaltjes dus omver reed. Zo haalde hij de snelste tijd en konden ze hem ondanks protesten zijn beker niet weigeren.
In 1937 ging hij voor de 2e keer met zijn opgeknapte Hillman de rally van Monte Carlo aan. Ze begonnen in Zweden en kwamen vast te zitten in een enorme sneeuwstorm. Te voet gingen ze op zoek naar een boerderij, waar meer rijders vast zaten. De volgende dag hielpen ze elkaar verder. Zijn co piloot die ziek was raakte onderweg paaltjes op de middenberm door vermoeidheid. On gewicht te besparen hadden ze de kachel uit de wagen gehaald en hadden alleen een defroster om de ruit vrij te houden van ijs. Dat werd een gaatje van 15 cm waar ze doorheen moesten turen. Uiteindelijk wonnen ze de cup van Britse wagens en twintigste in het algemeen klassement. In 1937 reed hij de rally Luik Rome Luik in een Riley Sprite en in 1938 gingen ze voor de 3e keer Monte Carlo rijden in de Hillman, maar stopten er een Sunbeam Talbot motor in met dubbele achterwielen, want hij wilde bekers winnen. Ze liepen een kapotte zuiger op en dachten te moeten opgeven, maar er werd door een plaatselijke stoomfietsen maker te Bulgarije een zuiger gemaakt waarmee ze verder konden. Het was niet helemaal passend, maar ze kwamen als 51ste aan de finish.
Vervolg 6-1-2015
Hij bleef Rally's rijden en in 1939 reed hij opnieuw Monte Carlo. In Joegoslavië kwamen ze weer vast te zitten in een Poolachtig landschap terwijl in de verte wolven huilden. Een andere tijd duidelijk. In 1939 organiseerde de KNAC de eerste sportwagenraces op Zandvoort.
Van een Standaard Mercury had hij een eigen wagen gemaakt die hij Kwik noemde. (Mercury is namelijk kwik). Een prachtig gestroomlijnde sportwagen, alleen was het kleppendeksel door zijn leerling iets te strak aangetrokken en verloor hij de kop door een kokende motor. Maar de wagen had potentie en Gatsonides kreeg de smaak te pakken van het ontwerpen van voor hem perfecte wagens.
Zandvoort zou na de oorlog een permanent circuit krijgen, maar de eerste race werd over een straten circuit gereden.
Update 11-1-2015
Gatsonides voorzag dat de oorlog ervoor zou zorgen dat benzine schaars zou worden. Hij begon een bedrijf Gatso's Gas Generatoren. Hij maakte rijdende gasfabriekjes, die als aanhangwagentjes achter een wagen werden gekoppeld en zo de brandstof verzorgden. Ze werden gestookt met kolen of hout(skool). Zo kon de huisarts toch zijn rondes rijden. Alleen had Maus geen cent, want hij was failliet. Hij bouwde er eentje en dat overtuigde een vriend en die zorgde voor geld en mankracht. De overheid zag er ook wel iets in en schafte er 18 aan voor hun publieke werken. Duitsers wilde ook dat hij hun vrachtwagens ombouwde, maar hij had al snel door dat degene die ze brachten kort erop naar het Oostfront werden gestuurd. Zo hield hij een vrachtwagen achter en kon daarmee met nachtelijke ritten kinderen uit Haarlem naar Friesland brengen. Terug nam hij voedsel mee. Kwik en een DKW had hij begraven in een grote kuil. Na de bevrijding was het afgelopen met de Gatso's Gas Generatoren. Er is er niet eentje overgebleven. Een pracht uitvinding in een zware tijd.
een Franse versie om zonder schaarse benzine te rijden
Gatsonides werd onderzocht na de oorlog of hij niet had samengewerkt met de Duitsers, maar zijn omgeving kon al snel duidelijk maken dat zijn huis een vrijplaats was voor onderduikers en dat hij heel wat kinderen van Joodse mensen in veiligheid gebracht tijdens zijn nachtelijke ritten. In die oorlogsjaren was hij ook aan het tekenen geslagen om na Kwik een nieuwe wagen te ontwerpen en met een bevriend tekenaar werd er een houten model gemaakt, de Gatford. Chassis en motor waren van een Ford V8. De naam werd veranderd naar Matford omdat Ford daar bezwaar tegen had. Hij bouwde een byzonder uitziende wagen met een groot 3e koplamp in het midden. Na de oorlog was de verlichting nog maar weinig aanwezig, dus een goede verlichting was echte noodzaak. Hij begon een bedrijf Allround Service en hielp de oude verstopte wagens van voor de oorlog weer rijdbaar te maken Voor Ford werd hij service roadman en kon zo over veel technische kennis beschikken.
wordt vervolgd!